Ouweneels tegenstanders maken volgens hem telkens weer een eenvoudige denkfout

Ouweneels standaardreactie op kritiek is dat men een denkfout maakt. Afhankelijk van de status van de mensen die hem kritiseren spreekt hij over denkfout, eenvoudige denkfout of zeer eenvoudige denkfout. (Ik val onder de laatste categorie)

Of het nu gaat om leringen van Karl Barth, de occulte psychoanalyticus Jung of om met de occulte Kabbala verbonden speculaties over verborgen boodschappen in de getalswaarden van de letters van de bijbel. Hij weigert te doen wat de bijbel opdraagt. "O Timotheus, bewaar wat u is toevertrouwd, houdt u buiten het bereik van de onheilige, holle klanken en de tegenstellingen van de ten onrechte zo genoemde kennis. Sommigen, die woordvoerders daarvan zijn, zijn het spoor des geloofs bijster geraakt". (1 Tim. 6:20,21)

Houdt u buiten het bereik van. De Schrift zegt duidelijk dat we sommigen leringen en mensen op een afstand moeten houden. Sinds zijn paradigmawisseling doet Ouweneel doet dat niet meer, hij brengt telkens weer iets anders uit de mystieke, gnostische hoek naar voren. De speculaties van de gnosticus F. de Graaff, de theorieën van de occulte psychoanalyticus Jung (Zie Ouweneels Nachtboek van de Ziel) en nu (Zie de link "Een nieuw voorbeeld van Ouweneels fascinatie voor het occulte en esoterische) weer de zogenaamde verborgen boodschappen in de getalswaarden van de letters van de bijbel. Hij vindt blijkbaar dat we ons, als christenen, in zulke zaken zouden moeten verdiepen. Hij stelt dat niet alles wat deze valse leraren en/of occulte misleiders geleerd hebben verkeerd is. Met het goede kunnen we, zo beweert hij, ons voordeel doen. Daarmee spoort hij de christenen aan om precies het omgekeerde te doen wat Paulus in de hierboven aangehaalde tekst uit Timotheus opdraagt.

Deze houding is een typerend kenmerk van de hedendaagse neo-evangelicals, de weigering om zich af te scheiden, om zich buiten het bereik te houden, om op een afstand te houden. De bijbel zegt dat valse leer werkt als zuurdesem. In hun overmoed denken de neo-evangelicals dat ze zich met al deze zaken kunnen bezig houden zonder er door beïnvloed te worden. In sommige evangelische kringen ben ik al pleidooien tegengekomen voor een herwaardering van Karl Barth. Onder het motto: niet alles wat Barth heeft gezegd was fout.

Het in contact brengen met al die gnostieke, occulte figuren lijkt me dicht in de buurt te komen van wat de vrouw Izebel (Openbaring 2:20) deed.