W.J. Ouweneel spreekt zich opnieuw uit over de Schriftvisie.

Op 29 augustus 2000 is er in de Goudse Sint-Janskerk een symposium gehouden rond het afscheid van ir. J. van der Graaf als secretaris van de Gereformeerde Bond in de Nederlands Hervormde Kerk. W.J. Ouweneel was één van de sprekers. Tijdens zijn bijdrage suggereerde hij dat we misschien opnieuw, van de grond af, onze schriftvisie moeten opbouwen. Ik citeer letterlijk uit het artikel "(In de Goudse Sint-Janskerk) werd een symposium gehouden rond het afscheid van dr. ir. J. van der Graaf als secretaris van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk. Met aan het einde van de dag de voorvraag, de visie op de Schrift, „waar we misschien opnieuw, van de grond af, moeten beginnen", suggereerde dr. W. J. Ouweneel" (Bron. RD van 30-8-2000)

Waarom doet Ouweneel deze suggestie? Is er dan iets mis met de traditionele evangelische visie op de Schrift? De leer over onder meer de woordelijke inspiratie, de onfeilbaarheid, de genoegzaamheid, de doorzichtigheid, van de Schrift. Is die leer dan niet gebaseerd op het zelfgetuigenis van de bijbel? Wordt in die leer het zelfgetuigenis van de Schrift dan niet samengevat en nagesproken? Blijkbaar vindt Ouweneel dat er iets mis is met de traditionele evangelische visie op de bijbel waarom anders suggereren dat de visie op de Schrift wellicht van de grond af aan weer opgebouwd zou moeten worden?

Ouweneel is de laatste tijd, door de kritiek, wel wat voorzichtiger geworden vandaar dat hij nu slechts de suggestie doet, maar in 1997 pleitte hij nog openlijk voor een herbezinning op de Schrift. Die herbezinning vond hij noodzakelijk omdat volgens hem de traditionele schriftvisie te rationalistisch is. Bij de herbezinning op de Schrift moest volgens hem daarom elke vorm van rationalisme worden afgezworen. Hij sprak letterlijk over "de nieuwe schriftbeschouwing" waar deze herbezinning toe moet leiden. (De boodschap en de Kloof, 1997, uitgave Evangelische Omroep, samengesteld door A.G. Knevel, pp. 64,65)

De besturen van instituten als de EH en de ETF hebben christenen die bezwaar maakten tegen deze en andere standpunten van Ouweneel telkens weer verzekerd dat er in hun opinie niets aan de hand is. Maar als er dan niets aan de hand is, als Ouweneel dan achter de traditionele evangelische visie op de Schrift staat, waarom dan waarom dan op het symposium deze suggestie doen?

Als docent van de EH en de ETF zou Ouweneel de traditionele evangelische schriftbeschouwing moeten verdedigen. In plaats daarvan ondermijnt hij die schriftvisie door dergelijke oproepen en suggesties. Door zijn opmerking relativeert hij de traditionele schriftvisie.

Als je er van overtuigd bent dat de traditionele evangelische schriftbeschouwing op de bijbel gebaseerd is dan doe je zulke suggesties en zulke oproepen niet.

De besturen van de EH en de ETF stellen dat mensen (waaronder ikzelf) die dit soort uitspraken van Ouweneel aan hen voorleggen Ouweneel verkeerd begrijpen. We citeren Ouweneel wel, maar we interpreteren die citaten verkeerd. Ouweneel zou er iets anders mee bedoeld hebben dan wij er in verstaan. Laat de besturen van de EH en de ETF eens uitleggen hoe één van hun hoogleraren, die volgens hun eigen zeggen vierkant achter de traditionele schriftvisie staat, ondanks dat toch kan oproepen tot een herbezinning op de Schrift die moet leiden tot een nieuwe schriftvisie? Hoe kan iemand die van harte achter de traditionele schriftvisie staat toch weer de suggestie doen dat het misschien wel nodig kan zijn om de schriftvisie opnieuw van de grond af aan op te bouwen?

Het onthullende is dat de besturen op zulke vragen nooit inhoudelijk hebben geantwoord.